29e Dies diner – 31 januari 2020

De organisatoren van de traditionele dies natalis van het Cenootschap op de laatste vrijdag van januari, Jean Paul Schrijver en Arthur Hulsebos hebben tot één week voor deze bijeenkomst de locatie geheimgehouden. Tegenover het Amsterdam Centraal Station werd het gezelschap ingescheept en via de Prinsengracht voeren wij langs de beelden van Rob Cerneüs op de Elandsgracht naar het Museum Van Loon aan de Keizergracht. Het oorspronkelijke woonhuis werd in 1672 ontworpen door de architect Adriaen Dorsman met als eerste bewoner de schilder Ferdinand Bol. In 1752 werd het huis gekocht door de doctor medicinae Abraham van Hagen kort na zijn huwelijk met Catharina Trip. Hun namen zijn in het smeedijzeren hek in de traphal zichtbaar sinds een uitgebreide interieur restauratie. De leden van de familie Van Loon, die oorspronkelijk uit Loon op Zand komt, zijn de laatste bewoners van dit grachtenpand. De vrouw van Willem Hendrik van Loon, Thora van Loon Egidius was Dame du Palais van Koningin Wilhelmina. Een rijke collectie portretten in dit museum illustreert de geschiedenis van de familie Van Loon. In het museum werd van een uitstekend diner genoten. De cenoten en hun partners werden na het hors d’oeuvre door een tweetal gidsen uitvoerig geïnformeerd in de diverse met antiek ingerichte kamers en voor het dessert bracht Raoul ons op de hoogte met een kort overzicht van het Cenootschap van het afgelopen jaar. Vervolgens was een belangrijk moment de inauguratie van Jeroen van Zanten. Nadat hem en zijn partner Sanne de cenootschapsspeld was uitgereikt meldde Jeroen hoe hij door kunstwerken van Rob werd gefascineerd.

 

 

Hij eindigde met onderstaand gedicht van Rutger Hendrik van den Hoofdakker (1934-2012), hoogleraar psychiatrie te Groningen, alias dichter Rutger Kopland:

“Zoals zijn beelden ergens beginnen
iets te laten zien-het kan alles zijn overal
iets ergens op een tafel achter een raam
tegen een muur of waar dan ook alles kan
en zoals ze zich dan als het ware voortzetten
in de plek waar ze begonnen
en tegelijk die plek bij hen binnendringt
hen al bijna begint op te heffen
zo wil ik dat ook gedichten beginnen ergens
iets te beschrijven”

De dies werd na het diner afgesloten met de bootreis terug naar het Amsterdam Centraal Station.

Ed Bruijnes, secretaris